Twee coryfeeën lieten van zich horen en Dam luisterde. Eisenstein was in Blue City. Bregman in Arminius. Beide zalen zaten vol.
Bekeek ik het publiek, dan werd me de bovenregionale aantrekkingskracht duidelijk. Bij filosoof en wiskundige Charles Eisenstein was het overwegend opgeleid en urban. Bij historicus Rutger Bregman gemiddeld grijzer, wat minder in fashion – maar onderzoekend en erudiet. Wat gereserveerder ook misschien.
Een jaar voordat Dam startte met haar voorbereidingen, publiceerde Eisenstein zijn ‘Sacred Economics’. Het boek is net vertaald onder de titel ‘Naar een economie van verbinding - hoe geld de wereld naar de afgrond voerde en toch kan redden’.
Eisenstein pleit voor een nieuwe economie met negatieve rentes, lokale valuta, verbondenheid en gemeenschapszin en een ecologische wijze van samenleven. ‘Laat deelverhalen zoals klimaatdiscussies voor wat ze zijn. Zo’n veertig procent van de Amerikanen gelóóft de klimaatwaarschuwingen helemaal niet. Laten we ‘leven’ centraal zetten in onze cultuur, leven tot centrum maken van onze afwegingen.’
‘Bij geld is het cruciaal hoe het ontstaat en hoe het verdeeld wordt’, antwoordt hij in Blue City desgevraagd. In zijn boek schrijft hij: ‘Maatschappelijke afspraken over geld worden niet alleen bepaald door economische factoren. ‘Complementair fiduciair geld is veelbelovend. Het zorgt voor de groei van de lokale geldvoorraad.’ ‘Om als geld te kunnen functioneren moet er in een gemeenschap consensus bestaan over de waarde ervan. ‘Dat kunnen bedrijven zijn die simpelweg verklaren de munt te accepteren. ‘Het effect van fiduciair geld is in potentie vele malen groter dan van gekoppelde valuta, omdat het ervoor kan zorgen dat geld in de handen komt van degenen die het anders niet zouden krijgen. (pp 314/315, Nederlandse editie, 2019)
Dank Charles. Alle argumenten die kernteam Dam verzon bij de start, komen bij mij weer naar boven en nog enkele extra. Door jouw bril lijkt Dam op koers te liggen: verbinding zoekend, lokaal opererend, van plan om geld zijn weg te laten vinden naar zakken waar te weinig zit. In zijn boek: ‘Het idealisme van de enkeling die vandaag de dag een lokale munt steunt, zal plaatsmaken voor een breed gedragen consensus.’ In Blue City: ‘competition is not the key. co-operation is’.
Op dit laatste punt hebben Charles en Rutger wat aan elkaar, denk ik. Een negatief mensbeeld is bij samenwerking namelijk allesbehalve vruchtbaar.
Historicus en mede-oprichter van De Correspondent Rutger Bregman gebruikte zijn tijd in Arminius om de diep-cynische vernis-hypothese te ontkrachten en in te ruilen voor een optimistischer variant. Mensen zijn onder hun vliesdunne laag van beschaafdheid helemáal geen meedogenloze wilden waar de psychologie hen graag voor houdt. In zijn boek De Meeste Mensen Deugen ontkracht Bregman sleutelexperimenten en perspublicaties uit de 20e eeuw en voegt er reality-tv-ervaringen in de 21e aan toe.
De experimenten rond gevangenen en bewakers en rond onderzoekers en proefpersonen, en de perspublicaties over gedrag na overstromingen zijn sterk gemanipuleerd volgens Bregman. Maar waarom? Om het persoonlijk gewin van de onderzoeker. Om oplagecijfers. Om aandachttrekkende tv-shots. Om de vernis-theorie in stand te houden. Bregman: Zet je studenten in een rollenspel met gevangenbewaarders en gevangenen, dan gebeurt er in eerste instantie helemaal niets. Pas als je sterk stuurt en zwaar manipuleert wordt het heavy. Anders is de kans groot dat ze in no-time thee drinken met elkaar en je reality-tv na zes afleveringen van de buis gaat.
De mens is vooral succesvol geworden door ons vermogen om samen te werken. De Meeste Mensen Deugen, al voegt Rutger als ondertitel graag toe: ‘.. maar macht corrumpeert’. In de naam van macht ziet hij vreselijke dingen gebeuren. ‘Hebben we dus echt al die CEO’s, die generaals, die hiërarchieën nodig?’ Bregman pleit voor een vrij egalitaire samenleving. Hij pleit voor een basisinkomen. Hij pleit voor meer zelfsturing. Een optimistisch mensbeeld is daar een noodzakelijk gereedschap voor.
Ook Bregman’s pleidooi zie ik als steun voor wat Dam doet. Geld ontstaat en verdwijnt bij ons tussen rekeninghouders zelf en representeert de waarde van werkelijke transacties. Zo’n geldvariant lijkt me geen overbodige luxe, nu er ongelimiteerde geldhoeveelheden zijn gepompt in de westerse economie.
Harry te Riele
Voorzitter Dam